Curatorial Programme

Level Five – interview door Tropical Tap Water

Tekening door Tropical Tap Water

Voor de 30e editie van de Appel's Curatorial Programme (CP) hebben we vier collectieven verwelkomd die lumbung leren en beoefenen als methode voor collectieve organisatie. De CP neemt de lumbung praktijken van documenta vijftien als case study. Lumbung tijdens documenta vijftien ontwikkelde zich zowel tot een rizomatisch collectief van collectieven, als tot een praktijk van gedecentraliseerde collectieve herverdeling, waarbij de kunstinstelling en haar tentoonstellingslogica werden getransformeerd. Deze editie van de CP is gewijd aan collectieven wier kunst en curatoriële praktijk zich onderscheiden door hun rol als doorgeefluik voor de gemeenschappen waarmee ze zich bezighouden. Het programma is in samenwerking met Sandberg Institute's Temporary Master Programme en Gudskul's Collective Study, en loopt tot 2025/2026 als een fellowship.

Tropical Tap Water interviewde de deelnemende collectieven. Hier vind je hun gesprek met Level Five, een coöperatieve studio voor en door kunstenaars in Brussel. Zij organiseren en verzorgen collectief hun ruimtes en de mensen die er gebruik van maken, en creëren zo een duurzame basis voor elk van hun artistieke praktijken en initiatieven. Het deelnemende lid aanwezig in Amsterdam is rori.

Daniel, Tropical Tap Water (D, TTW): Wie ben je en wat is Level Five?

rori, Level Five (r, L5): Ik ben rori. Ik ben momenteel een van de twee coördinatoren van Level Five. Ik raakte betrokken bij Level Five omdat ik rondhing in de studioruimtes. De meeste van mijn vrienden zijn kunstenaars, maar ik heb zelf geen achtergrond in kunst, ik heb politieke filosofie gestudeerd. Toen organiseerde ik wat tentoonstellingen en evenementen en raakte ik geïnteresseerd in het delen van het proces van kunst maken. Ik ben opgegroeid op plekken waar altijd 20 mensen rondliepen, in een familie die restaurants runde. Ik vind het leuk om deel uit te maken van een grotere groep, om samen dingen te doen. Zo raakte ik betrokken bij het organiseren van deze werkplekken voor kunstenaars, en realiseerde ik me dat ik ook mijn eigen ervaringen met politiek organiseren kon inbrengen. Het is een betaalde baan, maar we zorgen collectief voor onze ruimtes. In Level Five lijkt alles heel praktisch, maar er zijn altijd filosofische discussies. Zoals, wie maakt het toilet schoon? Zetten we sloten op dingen of niet? Wat wordt er gedeeld? Heel nuchtere gesprekken, die toch een breder wereldbeeld nodig hebben om goed te kunnen bespreken. Level Five is opgericht door een groep kunstenaars waarvan een groot deel op een gegeven moment uit hun atelier moest verhuizen. In plaats van elkaar te beconcurreren voor dezelfde ruimtes, probeerden we samen te komen en ons te organiseren voor een zoektocht naar een grotere ruimte, wat succesvol was. We richtten een non-profit op toen begon het snel te groeien. We realiseerden ons dat samen meer gegenereerd werd dan op individueel niveau. Dit surplus van samenzijn was een van de dingen die erg interessant voor ons was. Level Five functioneert als een coöperatie, dus elk lid heeft nog steeds een eigen praktijk, maar we zorgen collectief voor de werkruimte en de mensen die er gebruik van maken.

D, TTW: Hoe kijk je aan tegen Level Five's betrokkenheid bij het Lumbung Practice-programma? Waarom heb je je aangemeld?

r, L5: We zijn nu vijf jaar bezig met Level Five en het evolueert continu. We moesten uit onze eerste ruimte verhuizen, en daarna weer, en toen kwamen we op drie verschillende plaatsen terecht. We probeerden uit te vogelen wie we waren als coöperatie als we in verschillende ruimtes werken. Maar toch was de verbondenheid van Level Five als een gemeenschap, en de relaties die daarbinnen bestaan, heel sterk. Nu zijn we met ongeveer 100 tot 120 mensen. Na vijf jaar bestaan is het belangrijk dat we weer vooruitkijken. Wat gaan we de komende vijf jaar doen? Dit is een van de redenen waarom we ons hebben aangemeld voor het Curatorial Programme. Bij Level Five razen we altijd door, dus het is best moeilijk om een stap terug te doen en te reflecteren. Met het CP creëren we ruimte om na te denken over wat we aan het doen zijn; we leren met en van de andere deelnemers.

Onlangs hebben we een projectruimte opgezet binnen Level Five die door leden kan worden gebruikt voor workshops, tentoonstellingen en screenings. We wilden uitzoeken hoe we een ruimte kunnen creëren waarin we gemeenschappelijkheid kunnen beoefenen. De ruimte is niet enkel een container voor tentoonstellingen. We proberen voorbeelden en richtlijnen te vinden voor het programmeren van zo'n gemeenschapsruimte. We hebben het altijd over Level Five als een ondersteunende omgeving. Als we ons willen ontwikkelen, wat betekent dat dan? Hoe maken we een economie rond Level Five die de leden ondersteunt? Hoe gaan we om met conflicten? En hoe kunnen we van elkaar leren? Hoe kunnen we in contact komen met mensen buiten Level Five, buiten de kunst of van verschillende generaties?

Al onze huidige locaties zijn tijdelijk. Het kost veel energie om een nieuwe plek te creëren. Nu we drie locaties hebben, zien we dat bijna elke twee jaar verhuizen het project echt ondermijnt. Financieel, maar ook in de pogingen om een gemeenschap op te bouwen, worden alle relaties doorgesneden en moet je ze op een andere locatie weer opbouwen. We hebben deze energie nu, maar het is moeilijk om dat op de lange termijn vol te houden. We willen echt manieren vinden om collectief eigenaar te worden van een ruimte voor de lange termijn, zodat we iets stabiels hebben om op terug te vallen. Van daaruit kunnen we altijd weer verhuizen of nieuwe dingen creëren.

D, TTW: Hebben jullie al binnen Level Five iets beoefend dat lijkt op de lumbung?

r, L5: Door samen te zijn met zo'n 80 kunstenaars kwam er een surplus aan kennis naar boven, zoals kennis over waar je bepaalde materialen kunt kopen en hoe je ermee kunt werken. Alleen al door het delen van een ruimte zijn er veel uitwisselingen, en begonnen mensen organisch samen te werken. Vanaf het begin hebben we ervoor gezorgd dat er ruimte vrij was zonder bestemmingspan: twee kamers en een keuken. We bespraken wat daar kon gebeuren en wie ervoor zorgde. Dit resulteerde erin dat we als gemeenschap dingen moesten bespreken en een gedeelde visie en praktijk rond deze ruimtes moesten vormen.

We hadden vanaf het begin een financieel systeem, maar dit is in de loop van de tijd veranderd. Iedereen in Level Five is lid, wat betekent dat ze ook deelnemen aan de besluitvorming en de richting van de organisatie. Het lidmaatschap kost €60,- per jaar en daarvan kunnen we de kantoorkosten en de boekhouding betalen. Daarnaast draagt iedereen €20,- per maand bij. De helft gaat naar de locatie en de andere helft gaat naar de gemeenschap. Er gaat bijvoorbeeld €5,- naar boodschappen, dingen die we samen gebruiken, en €5,- naar vrijwilligerswerk. De andere helft gaat terug naar de gemeenschap, naar dingen zoals artistieke programma's, of een initiatief van een van de leden. Nog eens €5,- wordt bewaard om de toekomst van Level Five veilig te stellen, een soort back-up voor als er iets misgaat. Of het kan een startbudget zijn voor collectief eigendom van een ruimte.

Er zijn ook andere initiatieven. Tijdens COVID hadden we bijvoorbeeld iets dat Care Web heette, een collectief budget dat we gebruikten voor mensen die hun studio niet konden betalen omdat ze tijdelijk niet konden werken. Op deze manier hoefden mensen hun studio niet op te geven, wat voor ons heel belangrijk is. Je hoefde niet te beargumenteren waarom je het nodig had, het was gebaseerd op vertrouwen en dat werkte heel goed. Deze solidariteit in het bij elkaar houden van mensen hielp onze gemeenschap. Welke andere Lumbung-achtige dingen doen we? Nou, we maken samen schoon en koken samen.

D, TTW: Waarom heten jullie Level Five?

r, L5: We heten Level Five omdat onze eerste locatie zich op de vijfde verdieping van een voormalig werkloosheidskantoor in het centrum van Brussel bevond. Het was gewoon een verwijzing naar de verdieping en toen probeerden mensen er meer betekenis aan te geven. Er bestaat ook een gelijknamige film van Chris Marker, maar die heb ik nooit gezien. Het werkloosheidsbureau in Brussel verhuisde naar een ander gebouw. De regering had een interessante infrastructuur voor sociale organisaties midden in het centrum kunnen plaatsen, maar in plaats daarvan kozen ze ervoor om het gebouw te verkopen. We zaten er een tijdje, voor tijdelijk gebruik. Nu is het in handen van een particuliere eigenaar en wordt het ontwikkeld tot luxe appartementen, lifestylewinkels en commerciële co-working.

D, TTW: Waarom is het belangrijk voor Level Five om collectief te werken?

r, L5: Kunst en onderwijs zijn nogal gericht op dit individuele traject van bepaalde namen die erkenning krijgen. Maar in werkelijkheid hebben de meeste kunstenaars meerdere banen, in een restaurant of soms als leraar. Als je een kunstenaar in Brussel wilt zijn, moet je een overlevingsmethode hebben, door meerdere inkomens te hebben. Wat de meeste kunstenaars vooral willen doen is hun artistieke praktijk en interesses ontwikkelen en delen, wat moeilijk vol te houden is nadat je je studie aan de kunstacademie hebt verlaten. Hetzelfde geldt voor apparatuur, gereedschappen om te drukken of andere workshops die niet meer toegankelijk zijn. We komen samen om uit te zoeken hoe we zo'n omgeving onderling kunnen organiseren – om te blijven zoeken naar manieren om op de lange termijn kunstenaar te zijn. Daarvoor zijn we hier. Mensen worden gesteund in wat ze doen; dat zou je niet kunnen doen als je het alleen doet. Ik aarzel een beetje om te zeggen dat we een collectief zijn. We werken collectief naar iets toe. Iedereen heeft hun eigen artistieke praktijk en soms raken ze meer verweven met anderen, en dan gaan ze weer alleen verder. Dus we zijn een veelheid van mensen, maar toch proberen we te zien wat we samen kunnen doen.

D, TTW: Is er nog iets anders dat je wilt noemen?

r, L5: Ik wil alleen vermelden hoe we deelnemen aan het Curatorial Programme, omdat ik het gevoel heb dat we het daar nog niet over gehad hebben. Ik ben nu voor een jaar in Amsterdam en we hebben ook een budget vrijgemaakt voor andere leden van Level Five om mee te doen aan het programma. Dus ik neem wekelijks deel aan het programma, maar ik coördineer ook de mensen die naar Amsterdam komen, zodat ze een slaapplaats hebben en een vergoeding krijgen voor de buskaartjes. Zo kunnen meer van de 120 leden deelnemen en de lumbung-manieren leren. Op deze manier kunnen we samen leren en praktijken vinden die we mee terug kunnen nemen naar Brussel.

Tropical Tap Water zijn professionele jammers, te huur voor verjaardagsfeestjes, bruiloften, tentoonstellingen, rouwplechtigheden, festivals en wat al niet meer. Hun droom is om in een conferentie te spelen. De leden zijn Daniel Aguilar Ruvalcaba, Diana Cantarey, Julian Abraham “Togar” en Simnikiwe Buhlungu.