Curatorial Programme

dash – interview door Tropical Tap Water

Tekening door Tropical Tap Water

Voor de 30e editie van de Appel's Curatorial Programme (CP) hebben we vier collectieven verwelkomd die lumbung leren en beoefenen als methode voor collectieve organisatie. De CP neemt de lumbung praktijken van documenta vijftien als case study. Lumbung tijdens documenta vijftien ontwikkelde zich zowel tot een rizomatisch collectief van collectieven, als tot een praktijk van gedecentraliseerde collectieve herverdeling, waarbij de kunstinstelling en haar tentoonstellingslogica werden getransformeerd. Deze editie van de CP is gewijd aan collectieven wier kunst en curatoriële praktijk zich onderscheiden door hun rol als doorgeefluik voor de gemeenschappen waarmee ze zich bezighouden. Het programma is in samenwerking met Sandberg Instituut's Temporary Master Programme en Gudskul's Collective Study, en loopt tot 2025/2026 als een fellowship.

Tropical Tap Water interviewde de deelnemende collectieven. Hier vind je hun gesprek met dash collective. dash is een ecosysteem dat in 2023 ontstond in Isfahan, Iran, om te experimenteren met een zelfvoorzienende economie die gebruik maakt van gemeenschapsmiddelen. Elk lid van dash is betrokken bij andere collectieven binnen de Isfahan-gemeenschap. Door deze collectieven met elkaar te verbinden en te experimenteren, stelt dash een economie voor die kunst integreert met het leven en theorie met praktijk, door inspiratie te halen uit lokale verhalen en door een actief onderdeel te zijn van de lokale gemeenschap.

Daniel, Tropical Tap Water (D, TTW): Mijn naam is Daniel. Ik ben hier namens Tropical Tap Water, vanuit Mexico City.

Emili, dash collective (E, d): Mijn naam is Emili. Ik woon in Isfahan en Teheran, in Iran. Mijn persoonlijke praktijk is gericht op filmmaken, en in de afgelopen jaren heb ik me gericht op het maken van docufilms en onderzoek naar stedelijkheid en filmmaken, geïnspireerd door de stad en haar psychogeografie. Ik ben ook geïnteresseerd in hoe waanzin of gekte een medium kan zijn om de stad te verbeelden en ruimte te maken voor alle mensen, mensen die het collectieve geheugen en hun gekte gebruiken om hun eigen ruimtes in steden te maken. Met dash houd ik me bezig met alternatief onderwijs; hoe maak je een infrastructuur voor een soort informele onderwijsinstelling, door een netwerk te creëren om middelen met elkaar te delen. Omdat we allemaal in verschillende collectieven zitten, willen we dit soort netwerken opbouwen tussen elkaars collectieven.

Tara, dash collective (T, d): Ik ben Tara, gevestigd in Isfahan. Ik ben een performer en body practitioner, altijd nieuwsgierig naar hoe beweging mensen samenbrengt. Mijn werk is een mix van theater, podiumkunsten en samenwerking met kunstenaars uit verschillende velden zoals video en muziek, omdat ik graag verschillende manieren van kijken en creëren met elkaar verbind. Een deel van mijn praktijk is geïnspireerd door inheemse rituelen. Die diepe, ritmische tradities waarin dans en muziek vorm geven aan het collectieve geheugen van de gemeenschap. Deze vormen voeden mijn werk en laten me zien hoe het lichaam geschiedenissej en saamhorigheid met zich meedragen. Ik beoefen ook yoga als een vorm van zelfzorg.

E, d: Het verhaal van dash begon drie jaar geleden, tijdens de politieke en economische crisis in Iran. Mensen die toen in Isfahan in de kunstsector werkten, waaronder wijzelf, vroegen zich af wat we nu moesten doen. Ongeveer een jaar lang kwamen we elke maandag samen, soms met meer dan 200 mensen, in een kunstruimte om over onze frustraties te praten en verschillende manieren van werken in het veld te bespreken. We voelden de noodzaak om samen te zijn en samen te werken, vooral gezien het gebrek aan middelen en de precariteit van onze situatie. Uit deze grotere groep ontstonden enkele kleinere groepen, en dash was daar een van. We begonnen met 10 mensen, die allemaal al deel uitmaakten van andere collectieven, en probeerden zo een ecosysteem van collectieven op te bouwen: een collectief zorgsysteem dat middelen deelt en op zoek gaat naar een alternatieve economische structuur.
Collectief leren is ook belangrijk voor ons, omdat formele onderwijsinstellingen en academies ideologisch, inefficiënt en uitsluitend zijn in Iran, dus het werken aan alternatieve pedagogieën is onderdeel geworden van het zorgsysteem voor ons collectief. We hebben een nomadische structuur en bewegen ons tussen vier verschillende ruimtes in Isfahan, waarvan de meeste huizen zijn van de leden van het collectief, die ook als kunstruimtes fungeren. Samenkomen is belangrijk voor ons. Door de beperkingen en restricties in openbare ruimtes zijn we zelden in staat geweest om dingen openbaar te maken of vrij samen te komen. Privéruimtes en openbare ruimtes hebben verschillende betekenissen in onze context in Iran, dus we zien waarde in het activeren van informele ruimtes. Op deze manier laten we kunst ook samensmelten met het dagelijks leven in plaats van ze als gescheiden te zien.

D, TTW: Hoe zien jullie je praktijk als dash in relatie tot de Lumbung Practice?

E, d: De Lumbung Practice kan ons methodologieën aanreiken om te begrijpen hoe mensen, kunstenaars en ecosystemen hulpbronnen beheren. Het zijn methodes afkomstig van gemeenschappen die al generaties lang collectief leven. Het is vooral belangrijk voor ons dat de deelnemers en begeleiders van het Lumbung Practice-programma uit verschillende contexten komen die dicht bij de onze staan. Door deze methoden te leren en samen te werken met collectieven in plaatsen als Mexico en Indonesië, leggen we ook contact met hulpbronnen hier in Europa, en openen we de weg naar kennisuitwisseling en samenwerking die op een zinvolle manier terugvloeit naar ons ecosysteem.

D, TTW: Kenden jullie elkaar al eerder? Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Hebben jullie elkaar leren kennen tijdens de bijeenkomsten in de crisis of kenden jullie elkaar al van vroeger?

T, d: Sommigen van ons waren oude vrienden en collega’s, en sommigen van ons waren niet hecht met elkaar voordat we dit collectief vormden. Die maandagse bijeenkomsten hebben ons dichter bij elkaar gebracht en onze kijk op vriendschap en kunst veranderd.

D, TTW: Werkten jullie al samen als collectief voordat jullie bij elkaar kwamen als dash?

T, d: Ja. Velen van ons waren al betrokken bij andere collectieven voor dash, en deze collectieven hebben geholpen het ecosysteem van dash vorm te geven. Sommigen van ons maakten al deel uit van een studiegroep die informeel begon en de afgelopen vier jaar is blijven bestaan. Een deel van de leden maakt deel uit van een kunstenaarscollectief genaamd Block en werkt al lange tijd samen. Twee van onze andere leden maken deel uit van Va Space, dat 10 jaar geleden begon in Isfahan. Va is een ruimte voor residentie, collectieve educatie en participatieve kunstbeoefening. Vier van ons, waaronder Emili en ik, hebben ook samengewerkt bij Isfahan Film Club, een collectief dat zich richt op het vertonen en produceren van experimentele, low-budget films. Ikzelf en een ander lid maken ook deel uit van de groep Alternative Immersions; we werken aan lichaamspraktijken en manieren om collectief met trauma's om te gaan. Hierdoor hebben we fysieke activiteiten opgenomen in onze collectieve zorgpraktijken bij dash. Andere dash-leden maken deel uit van Noir White Space, dat tijdelijke en spontane platforms creëert voor publieke dialoog in stedelijke ruimtes.

D, TTW: Overwegen jullie om de Film Club of de Alternative Immersion in Amsterdam voort te zetten? Hoe verschuift dat nu jullie weg zijn uit Isfahan?

E, d: Sommige groepen zetten hun werk voort terwijl ze ook de tools gebruiken die ze hebben geleerd. Door hier te komen is onze dynamiek veranderd en zijn er nieuwe behoeften ontstaan. De studiegroepen zijn bijvoorbeeld nog steeds actief en we proberen nieuwe onderwijsmethoden te introduceren. Leden van de Isfahan Film Club, zoals ik, zetten ook onze filmprojecten voort. Terwijl we hier waren, ontstond er een andere ruimte genaamd Silent Ball Room in Isfahan. Het opereert zowel autonoom als in verbinding met dash. Veel jonge kunstenaars zijn er hun eigen studiegroepen en workshops begonnen, gericht op zaken als zines maken en werken met geluid. Onze bibliotheek en archief zijn nu gevestigd in de Silent Ball Room, waar Tara en ik wekelijks onze harvest delen.

D, TTW: Het concept van Lumbung komt van het Indonesische platteland. Bestaan er vergelijkbare praktijken waar jullie vandaan komen?

T, d: Ja, eigenlijk hebben we iets wat er erg op lijkt in Iran. Er is een traditie die Buneh heet, een oude manier van samenwerken in de landbouw, vooral in dorpen, en in sommige gebieden doen boeren dat nog steeds. Het was heel gebruikelijk op plaatsen waar landbouw moeilijk was vanwege watertekorten of zware omstandigheden. In Buneh deelde een groep boeren het werk op het land en iedereen had een rol op basis van hun vaardigheden. Ze deelden ook belangrijke middelen zoals water en ploeggereedschap, zodat iedereen van de oogst kon profiteren. Het ging niet alleen om landbouw, het was ook een manier voor mensen om elkaar te steunen en verbonden te blijven als gemeenschap.
Ik denk dat Buneh, net als Lumbung, ging over delen, elkaar helpen en ervoor zorgen dat hulpbronnen op een eerlijke manier werden gebruikt. Hoewel dingen zijn veranderd, zie je dit soort denken vandaag de dag nog steeds op verschillende manieren. Er zijn ook andere voorbeelden, zoals het nomadische Qashqai volk in Iran dat overleeft ondanks de economie en het staatsbeleid dat hen tegenwerkt. Vroeger waren het nomaden, maar velen van hen zijn nu seizoensarbeiders. Ze hebben interessante tradities op het gebied van recycling en hergebruik van materialen.

D, TTW: Wat is een collectief voor jou?

E, d: Wij zien ons collectief als een groot sociaal lichaam dat kleine collectieven omvat. Het zorgsysteem, het onderwijs en de economie vormen de kern van dit grote sociale lichaam. Het is een soort verzameling van alle verschillende standpunten en alle verschillende middelen. Het is bijvoorbeeld moeilijk om door te gaan met filmmaken als je alleen bent, dat kan echt niet. Maar als je samenkomt in een groep, is het meteen duidelijker wat je moet doen. Eén persoon heeft de camera, een ander zorgt voor de ruimte, iemand anders heeft het netwerk en de connecties. Ik denk dat we ook dieper moeten ingaan op dit begrip van collectiviteit en samen denken. We hebben in ons collectief besproken dat ieder van ons gaat nadenken over wat belangrijk is voor ons en voor ons collectief, en hoe we deze punten verder kunnen ontwikkelen. We stellen ons graag een flexibele vorm van een collectief voor die geen druk legt op enkel het uitvoeren van projecten. Soms kom je binnen en draag je bij aan een project en soms heb je rust nodig, misschien zelfs maandenlang. Ook is diversiteit heel belangrijk; als we allemaal hetzelfde denken, is het niet echt een collectief. Deze diversiteit dwingt je om te verbinden en om jezelf meer te begrijpen als groep of als samenleving. Omdat we leden zijn met verschillende achtergronden, culturen en disciplines, kunnen we niet zeggen dat we één specifieke definitie hebben voor een collectief, maar we kunnen wel zeggen dat we een aantal vergelijkbare intenties hebben om dingen te doen, om samen te komen als een gemeenschap. We proberen ruimte te laten voor ieders intenties en standpunten. Elk individu moet een eigen positie vinden in het collectief. De groep is een onafhankelijk iets dat voortleeft en dat zorg nodig heeft van individuen.

Tropical Tap Water zijn professionele jammers, te huur voor verjaardagsfeestjes, bruiloften, tentoonstellingen, rouwplechtigheden, festivals en wat al niet meer. Hun droom is om in een conferentie te spelen. De leden zijn Daniel Aguilar Ruvalcaba, Diana Cantarey, Julian Abraham “Togar” en Simnikiwe Buhlungu.