Curatorial Programme

Biquini Wax EPS, interview door Tropical Tap Water 

Tekening door Tropical Tap Water

Voor de 30e editie van het Curatorial Programme van de Appel verwelkomen we vier collectieven die lumbung leren en beoefenen als methode voor collectieve organisatie. Het programma neemt de lumbung-praktijken van documenta fifteen als casestudy. Tijdens documenta fifteen ontwikkelde lumbung zich zowel tot een rizomatisch collectief-van-collectieven, als tot een praktijk van gedecentraliseerde collectieve herverdeling, waarbij de kunstinstelling en haar tentoonstellingslogica werden getransformeerd. Het programma is opgezet in samenwerking met Sandberg Instituut's Temporary Master Programme en Gudskul's Collective Study en loopt door in 2025/2026 als een fellowship.

Tropical Tap Water interviewde alle deelnemende collectieven. Hier vind je hun gesprek met Biquini Wax. Biquini Wax (BW), een multipolair kunstcollectief en poreus cultureel centrum in Mexico-Stad. Sinds de oprichting in 2011 is het collectief toegewijd om een onderling afhankelijke kunstruimte te zijn die collectief wordt beheerd, voor en door de culturele gemeenschap die geïnteresseerd is in het snijvlak van hedendaagse kunst en kritisch denken. Het is zowel een gemeenschappelijke woon/werk/hangplek als een zelfgeorganiseerd studiecentrum en experimentele (para)locatie voor het maken van tentoonstellingen.

De deelnemende leden in Amsterdam zijn: Denisse Vega de Santiago, Gerardo Contreras, Mili Herrera.

Daniel (D, Tropical Tap Water): Hoi, ik ben Daniel van Tropical Tap Water, hoe gaat het? Dit interview is bedoeld als een informeel gesprek, een manier om elk collectief dat deelneemt aan het Curatorial Programme Lumbung Practice van de Appel te introduceren, en daarmee ook jullie zelf als individuen. Kunnen jullie jezelf kort voorstellen?

Mili Herrera (MH, Biquini Wax EPS): Mijn naam is Mili Herrera, ik ben beeldend kunstenaar, performer, tekenaar, schilder, waar je me ook voor wilt betalen. Mijn persoonlijke praktijk is meestal gebaseerd op stripboeken of manga. Ik doe ook graag workshops met verschillende collectieven, meestal in Oaxaca (Mexico) maar ook bij Biquini in Mexico City. In Oaxaca geef ik workshops in verschillende dorpen over bovennatuurlijke lokale legendes en mondelinge kennisoverdracht, waarbij ik het stripboek gebruik om bruggen te slaan tussen de verschillende talen en culturen van Oaxaca. Na een aantal jaren bevriend te zijn geweest met Biquini Wax. en na verschillende samenwerkingen, ben ik een jaar geleden lid geworden van het collectief.

Gerardo Contreras (GC, Biquini Wax EPS): Ik ben Gera of Gerardo, een beeldend kunstenaar en een soort onafhankelijk onderzoeker van technologie van Meso-Amerikaanse oude culturen en antropologie. Zeven jaar geleden begon ik samen te werken met Biquini Wax.

D-TTW: Kun je ons iets vertellen over Biquini en het werk dat jullie doen?

GC-BWEPS: Biquini begon in 2011 in León, Guanajuato, Mexico. Sinds 2012 is het collectief gevestigd in Mexico-Stad. In het begin begon Biquini als een artist-run space voor tentoonstellingen van jonge kunstenaars, maar na verloop van tijd werd het een soort cultureel centrum dat draait om onderwerpen over Latijns-Amerikaanse kunstgeschiedenis, marxisme en collectiviteit. Een belangrijk onderdeel van het project is het idee om kunst en leven samen te voegen. We exposeren veel in onze huiselijke ruimtes, we zijn tot nu toe verhuisd naar drie verschillende huizen in Mexico City. De leden van het collectief, die allemaal een andere achtergrond hebben (kunst, filosofie, geschiedenis, activisme, enzovoort), wonen allemaal in hetzelfde huis, waar we tentoonstellingen organiseren en lange discussies voeren.

MH-BWEPS: Door de jaren heen is het een belangrijk onderdeel van het project geweest om op organische wijze studiegroepen te vormen met thema's of agenda's die op dit moment relevant zijn. Onderwerpen die niet alleen van belang zijn voor de kunsten, maar ook voor filosofie, wetenschap, sociologie, politiek, economie, enzovoort. Meestal worden deze studiegroepen een curatoriële praktijk, en zo onstaan er tentoonstellingen door het studeren om te zetten in artistieke producties. Ik maakte deel uit van een paar van die groepen. Ik denk dat het een heel goede manier is om kennis te genereren buiten de academische omgeving, om onze op maat gemaakte epistemologieën te produceren om zo een specifiek probleem te begrijpen.

D-TTW: En dan over je deelname aan het Lumbung Practice Programme bij de Appel, wat doe je daar? Wat is je plan?

GC-BWEPS: Het is een complex en interessant programma. We proberen meer grip te krijgen op het idee van Lumbung Practice. Tegelijkertijd ontmoeten we andere collectieven die dezelfde ideeën hebben over arbeid en het maken van kunstprojecten in landen met precaire leef- en werkomstandigheden. Het is echt een vormend proces geweest. Voor ons collectief welzijn een van de belangrijkste dingen die we willen onderzoeken tijdens onze tijd bij de Appel. Het idee van samenwonen is bijvoorbeeld belangrijk in Biquini. Wat zijn de belangrijkste conflicten of problemen in het huis of in dit samenwoonproces? We willen meer inzicht krijgen in wat onze waarden en middelen zijn om projecten te maken in de context waarin we verkeren, zoals onzekere economische omstandigheden, het gebrek aan financiering, enzovoort.

DTTW: In welke fase of op welk moment bevindt jullie collectief zich, en hoe resoneert het met Lumbung Practice en het Curatorial Programme van de Appel?

MH-BWEPS: Ik denk dat de belangrijkste reden voor ons om hierheen te komen was om te overleven. Op dit moment worden we direct getroffen door de gentrificatie in Mexico-Stad en de hoge prijzen van de speculatieve huizenmarkt. We zullen misschien ons huis moeten verlaten en andere manieren moeten vinden om te kunnen blijven werken. Ik zie nu een wereldwijde context en een rode draad van meer precariteit: we worden onder druk gezet door onze regeringen. Het idee van precariteit is altijd verbonden met het idee van waardigheid. Hoe kunnen we ons collectieve project voortzetten met waardigheid, met onderling vertrouwen? Hoe kunnen we dat vertrouwen opbouwen? En wat is de levensduur van de projecten? We zitten dus in een fase van verkenning en openheid en dat heeft veel te maken met het Lumbung Practice programma. We geloven dat dit programma een manier is om nieuwe deuren te openen. We kunnen nieuwe technieken leren en kennis genereren van andere collectieven waarmee veel waarden delen. We houden alles wat we leren bij door middel van harvesting. Dat is de toekomst voor Biquini - een onzekere toekomst. Maar we kiezen ervoor om hoopvol te blijven en om door te gaan met dit werk. Niet omdat het geld opleverd, maar door de vriendschap en een diep geloof in wat we doen.

GC-BWEPS: Ik denk dat we bij Biquini voortdurend bezig zijn met het heroverwegen en beter proberen te begrijpen van onze praktijken. We maken tentoonstellingen, houden ons bezig met gastvrijheid en produceren veel kunsttheorie in groepsverband. In Mexico is hedendaagse kunst een manier van denken, het is als een illustratie van ideeën. We willen ons dus afvragen: wat is Biquini Wax op dit moment? Hoe kunnen we onze praktijken van samenleven, hosten of assembleren, onze 'schoonmaakrollen' begrijpen als een kritische praktijk? Ik denk dat die dingen onzichtbaar waren in andere momenten van ons collectief, maar nu zijn ze eigenlijk een kernaspect van ons idee om zo min mogelijk bij te dragen aan het kapitalistisch systeem.

D-TTW: Hoe was het, voor jullie en als collectief, om van het ene land naar het andere te gaan?

MH-BWEPS: Voor ons is het duidelijk dat het werk in Mexico de kern is van wat we hier doen, dus dat betekent dat we ons moeten afvragen hoe onze aanwezigheid hier ons collectief kan voeden. Het is ingewikkeld, net als een langeafstandsrelatie. Maar ik denk dat we veel dingen leren en ik denk dat de ervaring van wat we leren gebruikt zal worden om een nieuwe Biquini op te bouwen: dingen doen, samen leven, samen roken en theorie bedrijven. Maar als dat verandert, is het ook goed. Want hoe dan ook, onze leeftijden en achtergronden zijn al erg aan het veranderen sinds de oprichting van het project. We worden volwassen. We zijn geen tieners of jongeren meer en dat heeft natuurlijk invloed op de relatie met de kunst. Veel behoeften veranderen en dat hoort bij de waardigheid van het ouder worden. Er zijn natuurlijk conflicten en controverses over de komst naar Europa en wat dat betekent, maar ik denk dat het programma heel goed is geweest, omdat het gericht is op niet-westerse praktijken. Het voelt meer als surfen op het platform dat Europa is, door veel niet-westerse mensen hierheen te halen. We investeren ons spaargeld door hierheen te komen. Het is als een sprong van het lot naar de leegte, ik hoop dat het iets goeds oplevert.

D-TTW: Wat is je begrip van de Lumbung Praktijk? Heb je al eerder iets soortgelijks als de Lumbung beoefend binnen jullie collectief?

MH-BWEPS: Nou, ik kom uit Oaxaca. Ik heb in Mixteekse en Zapoteekse steden gewoond. Zij hebben praktijken die lijken op de Lumbungpraktijk onder andere namen zoals 'Tequio' of 'Mayordomia'. Dus voor mij is het een soort verzekering dat die processen de weg vooruit zijn, en ik vind hoop in die overeenkomsten. En je ziet hoe oud die tradities zijn en hoe ze hele culturen en beschavingen in stand kunnen houden op basis van dit soort kennis. Deze praktijken van de commons omvatten een moraal, een uiterst menselijke basiswaarde; in leven zijn. De logica achter het kapitalisme is tegen het leven. Kapitalisten werken met de logica van moord. Tijdens het Curatorial Programme leren we veel van de andere collectieven en zien we dat we veel strijd gemeen hebben. Dat is voor mij Lumbung. De verdeling van overschotten, dit soort ideeën laten je geloven dat je niet alleen bent. Ik zie de Lumbung graag als een web, een analoog internet van affecties. Hoe kunnen we ons dit voorstellen? Hoe kunnen we collectiviteiten creëren die kapitalistische contexten kunnen overleven?

GB-WEPS: Lumbung Practice is een hulpmiddel om door het hedendaagse institutionele kunstsysteem te navigeren. Als collectieven kunnen we soms fungeren als een Paard van Troje, dat middelen verdeelt of herverdeelt. Het is belangrijk om over Lumbung te leren en tegelijkertijd deze hulpmiddelen binnen ons ecosysteem te gebruiken om onszelf collectief beter te begrijpen en elkaar te versterken.

D-TTW: Waarom is het volgens jullie belangrijk om collectief te werken?

MH-BWEPS: Ik zou zeggen dat collectiviteit de enige manier is die we hebben. Collectiviteit staat altijd in relatie tot individualiteit. Het gaat om wakker zijn, aanwezig zijn in het moment, bewust zijn. We moeten ons voortdurend afvragen: hoe leven we? En ons realiseren dat we al een collectief zijn, in de maatschappij. De vraag is: hoe kunnen we collectiviteit beter kbeoefenen? Vooral in een systeem dat ons in de richting duwt van onwetendheid of gebrek aan empathie, lijden we allemaal onder het individualisme, maar dat hoeft niet zo te zijn.

GC-BWEPS: Ik denk dat het ook een politieke kwestie is. We kunnen individueel werken, maar als het auteurschap wordt opgeheven - vooral in kunstwerken, curator-praktijken of educatieve initiatieven - ontstaat er een soort tijdelijke autonomie. Het delen van kennis en gereedschappen door middel van collectieve productie benadrukt een belang van ons collectief: economische en epistemische zelfverdediging. We moeten meer solidariteit creëren binnen onze collectieven en tegelijkertijd op zoek gaan naar middelen voor onze praktijken en ons leven, zonder de verbeeldingskracht en ons gedeelde gevoel voor humor te verliezen.

Tropical Tap Waters zijn professionele jammers, te huur voor verjaardagsfeestjes, bruiloften, tentoonstellingen, rouwprocessen, festivals en wat al niet meer. Onze droom is om in een conferentie te spelen. De leden zijn Daniel Aguilar Ruvalcaba, Diana Cantarey, Julian Abraham “Togar,” en Simnikiwe Buhlungu.