Witness Harvest #2: Een kijkje in de Lumbung Practice
Tijdens het eerste jaar van het Curatorial Programme Lumbung Practice en het tijdelijke masterprogramma Lumbung Practice van het Sandberg Instituut schrijft Ilia Pellapaisiotou (staigair Curatorial Programme) maandelijks Witness Harvests over de publieke evenementen en de minder zichtbare gebeurtenissen. Harvest betekent de documentatie van ontmoetingen, die door de harvester wordt gemaakt in de vorm van overzichten, teksten, schetsen of tekeningen die de ontmoetingen traceren. De harvesters luisteren en reflecteren. In overdreven, humoristische, poëtische of acedemische vorm documenteren ze het proces vanuit hun individuele perspectief en door middel van hun eigen artistieke praktijken.
In de laatste week voor de kerstvakantie van 2024 organiseerde het Lumbung Programme een majelis — een Arabische en Indonesische term voor een bijeenkomst of vergadering. De deelnemers reflecteerden op de afgelopen drie maanden, zowel op individueel als op collectief niveau. De majelis vond plaats in De Grond, de uitvalsbasis van het collectief We Sell Reality. Tijdens een van de sessies brainstormden de deelnemers collectief over hun gemeenschappelijke waarden en de acties die daarmee verband houden. Enkele van de verbonden sleutelwoorden die werden genoemd waren: eerlijkheid: luisteren, vriendelijkheid: ruimte maken, humor: een grappige harvest maken, steun: samen bouwen, rust: flexibiliteit, vertrouwen: anderen laten beslissen, communicatie: zorg, creativiteit: ruimte geven, toegankelijkheid: samen leren: fantaseren/andere manieren bedenken, onderlinge afhankelijkheid: geduld, verschil: geven, lange adem: vergeven, openheid: afleren.
Op de tweede dag gebruikte Gertrude Flentge — co-host van het programma samen met de directeur van de Appel, Lara Khaldi — afzetlint om een oneindigheidssymbool te maken. Dit illustreerde het cyclische, niet-lineaire proces dat een collectief doormaakt. Gertrude legde uit dat, net als het oneindigheidsteken, het collectieve proces geen definitief begin- of eindpunt heeft en in plaats daarvan gekenmerkt wordt door voortdurende verandering en evolutie. Naast het oneindigheidssymbool identificeerde Gertrude de stadia van de reis van een collectief als volgt: reorganisatie, risico's nemen, mogelijke armoede, groei, uitbreiden, versterken, racen om middelen, vernieuwing, behoud, verlangzaming, stabiliteit, volwassen worden, mogelijke rigiditeit, loslaten, creatieve vernietiging, stormachtige chaos, compostering. De deelnemers werden uitgenodigd om na te denken over waar hun eigen collectieven zich op dit moment bevonden binnen deze stadia, wat leidde tot een korte discussie over de huidige staat van elk collectief. Het gemeenschappelijke besef dat naar voren kwam was dat collectieven vaak al deze stadia meerdere keren doorlopen tijdens hun leven, tot aan hun 'dood' — hoewel hun 'dood', zoals Gertrude benadrukte, niet per se permanent is. Tegelijkertijd werd duidelijk dat deel uitmaken van een collectief een dynamisch, evoluerend proces is, net als de aard van de lumbung zelf.