Ulay "Fototot"
de Appel, Brouwersgracht 196, Amsterdam
'Ik had negen groot formaat fotografische beelden aan de muur opgehangen in een kunstcontekst [van De Appel], dus was het publiek dat naar de opening kwam gewend aan kunstwerken aan de wand. De ruimte had ik verlicht met geel-groene lampen, net sterk genoeg voor de bezoekers om zich minimaal te oriënteren tijdens binnenkomst in de ruimte. Daar hingen aan drie van de wanden de negen levensgrote beelden. Op het moment dat het publiek zich had verzameld, deden we de normale tentoonstellingsverlichting, het halogeenlicht aan. De beelden waren niet gefixeerd en waren nat aan de muur gehangen; door de sterkte van het licht gingen de beelden verloren en werd het fotopapier in luttele seconden zwart. Terwijl dit geschiedde, raakte het publiek lichtelijk in paniek en reageerde zeer verrast. Ondertussen legde ik het proces en de reactie van de bezoekers vast in een serie foto's.
Fototot was het laatste evenement in De Appel voor het zomerreces. De Appel opende weer in september met een vervolg op Fototot. Hiervoor was in het midden van de tentoonstellingsruimte een leestafel geplaatst met daarop een leeslamp en een portfolio, was de ruimte wederom verlicht met de geel-groene lampen en waren de negen zwarte vellen fotopapier aan de wanden blijven hangen. De bezoekers kwamen de ruimte binnen en liepen naar de leestafel; in het schaarse licht konden zij het portfolio zien liggen, maar om de foto's hierin beter te kunnen bekijken moest de leeslamp worden aangedaan. Ook deze foto's bleken niet gefixeerd. Terwijl de pagina's van het portfolio werden omgeslagen, werden deze stuk voor stuk zwart. Dat was Fototot. Voor mij was dit de officiële afsluiting van mijn fotografische periode. De volgende stap zou performance zijn.'
(Ulay in een interview met Thomas McEvilley in The First Act, Ostfildern 1994.)