GAGARIN in de bibliotheek
de Appel, Prins Hendrikkade 142, Amsterdam
Van 21 juli tot en met 30 augustus zijn alle jaargangen van het tijdschrift GAGARIN te zien in de bibliotheek van de Appel arts centre. Op woensdag 19 augustus om 17 uur zal Wilfried Huet, bedenker en maker van het tijdschrift ter gelegenheid van de presentatie van GAGARIN, een lopende lezing geven. Lees hier meer.
De bibliotheek van de Appel arts centre is te bezoeken op dinsdag en woensdag, van 14:00 tot 18:00 uur.
“Talking about art simply is not art. Talk can be art, but then it is not talking about art”. Deze uitspraak van John Baldessari is het vertrekpunt van het internationale kunstenaarstijdschrift GAGARIN. The Artists in their Own Words.
In GAGARIN worden sinds 2000 tweejaarlijks nieuwe of ongepubliceerde teksten van kunstenaars gedeeld met de lezer. Deze “artists’ writings” verschijnen in hun oorspronkelijke taal – wat van Bulgaars tot Cherokee en van Chinees tot Lets of Transvaals gaat – en worden voorzien van een Engelse vertaling. Het blad weert advertenties of visueel materiaal en concentreert zich op artikelen die niet specialistisch zijn en niet eerder zijn gepubliceerd. GAGARIN is een accurate graadmeter van de hedendaagse kunst aan de hand van teksten van kunstenaars die refereren aan hun werk in hun eigen woorden.
In GAGARIN zijn teksten te vinden van o.a. Guy Rombouts, Sophie Calle, Berend Strik, Liam Gillick, Patrick Corillon, Mark Manders, Jota Castro, Jill Magid, Michelangelo Pistoletto, Fiona Tan, Annette Messager, Marie Jos Burki, Nedko Solakov, Maurizio Nannucci, Lawrence Weiner, Jenny Holzer, Grazia Toderi en Roman Signer. Het tijdschrift is in zijn geheel opgenomen in de collecties van oa Museum of Modern Art, het Guggenheim Museum en het Metropolitan Museum of Art in New York. Ter gelegenheid van deze presentatie heeft de redactie van GAGARIN alle jaargangen geschonken aan de Appel arts centre.
In de bibliotheek van de Appel arts centre zijn alle nummers van dit bijzondere tijdschrift in te zien, daarnaast wordt divers bijzonder materiaal getoond, zoals correspondentie met Joseph Kosuth en The Dead Mango Studio en de originele tekstbijdrages van Patrick van Caeckenbergh en Kati Heck.