event
2011
Filmscreening – “ Van Bob Ross tot…

Filmscreening – “ Van Bob Ross tot Godard”

21.09.2011
de Appel, Jongensschool, Eerste Jacob van Campenstraat 59

Bob Ross

Reserveren: reservation [​at​] deappel.nl
Voertaal: Engels
Toegang: 7 Euro, 4,50 (student/ CJP/ 65+)

Op 21 september van 19 tot 22 uur verzorgt de Appel arts centre een filmavond getiteld “Van Bob Ross to Godard”, waarop vier films worden vertoond, achter elkaar.

Programma:

19:00 – 20:20 - My Kid Could Paint That

20:20 – 20:35 - Pauze 15 min.

20:35 – 21:05 - Ten Weyngaert

21:05 – 21.30 - Bob Ross, Joy of Painting

21:30 – 21:40 - Godard, France/tour/détour/deux/enfants

“My Kid Could Paint That”, 2007, 82 min.
Een blik op het werk en het verrassende succes van een vierjarig meisje wier schilderijen vergeleken zijn met die van grootheden als Picasso, dat al tonnen heeft opgestreken. Gemaakt door Amir Bar-Lev.

Amir Bar-Lev (1972) is een Amerikaanse filmregisseur/-producent en scenarioschrijver uit Berkeley, California. Bar-Lev is beroemd om zijn documentaire werk. Hij heeft films gemaakt zoals “Fighter”, die op 24 augustus 2001 uitkwam. Deze documentaire kreeg een speciale juryvermelding bij het International Film Festival in Karlovy Vary.


“Ten Weyngaert”
, 2007, 26 min.
De speelfilm “Ten Weyngaert” gebruikt de naam en de locatie van een Brussels wijkcentrum dat als een utopische plek werd gebouwd (maar tegenwoordig wordt bevolkt door probleemgevallen en is afgesneden van het openbare leven in de stad). Zoals vaak bij het werk van deze kunstenaars, bestaat de cast uit familie, vrienden en amateurs — allemaal bekenden die in een extreem onbekende situatie worden geplaatst. De handeling die zich ontrolt wordt een allegorie van menselijk gedrag onder sociale en psychologische ‘druk’.

Jos de Gruyter (1965) en Harald Thys (1966) maken sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw samen beeldend werk, werk op papier, video’s en geluidskunst. Hoewel het duo vooral bekend staat om de audiovisuele producties, zijn deze werken onlosmakelijk verbonden met hun verrichtingen in andere disciplines. Hun hele oeuvre kenmerkt zich door een groteske speelsheid en een haast kinderlijke eenvoud die humoristisch werkt; niettemin loopt er altijd een duister spoor van paradoxale emoties of kritische reflectie doorheen. De meeste video’s starten vanuit triviale, bijna afgezaagde situaties en handelingen: een gesprek tussen een man en een vrouw die hun huis willen verfraaien (“The Bucket”) of een sprookje (“The Curse”).


“Joy of Painting”
, 1982, 26 min.
Bob Ross, u zult hem wel kennen. Hij is die zacht sprekende kerel die met grote huisschilderachtige kwasten lieflijke wolken, bergen en bomen schildert terwijl hij sussend ‘u kunt het wel’ tegen zijn gehoor lispelt. Zijn programma “Joy of Painting” is het meest gewaardeerde en bekeken schilderprogramma op TV in de geschiedenis.

Maar bij deze kunstenaar – Bob Ross (1942-1995) – een regelrechte cultfiguur voor allerlei leeftijdsgroepen over de hele wereld, gaat het om meer dan alleen schilderen. Miljoenen kijkers zijn het erover eens dat zijn kalme, koesterende instelling een vorm van therapie is voor de vermoeide mens, en dat zijn achting voor de natuur en dieren in het wild (tot de populaire gasten horen schattige jonge eekhoorntjes en vogeltjes) heeft bijgedragen aan het milieubewustzijn. Bob Ross, geboren in Orlando, Florida, begon op zijn achttiende jaar te schilderen toen hij dienst nam bij de luchtmacht en in Alaska werd gestationeerd. Hij volgde kunstonderricht bij verscheidene hogescholen en academies en ontwikkelde ten slotte zijn eigen, kwieke, onvervreemdbare Bob Ross Wet-on-Wet Technique ®.


De Franse cineast Jean-Luc Godard (1930) is een van de centrale figuren van de moderne cinema. Gedurende zijn uitzonderlijke loopbaan, die in 1959 aanving met het meesterwerk “A Bout de Souffle”, is Godard altijd een van de meest originele, omstreden en invloedrijke figuren in de hedendaagse filmwereld gebleven. Hij wordt vaak vereenzelvigd met de groep Franse cineasten die bekend staat als de Nouvelle Vague. In 1976 begon Godard samen met de cineaste Anne-Marie Miéville aan een serie radicaal vernieuwende werken voor uitzending op de Europese televisie — werken die Colin MacCabe aanduidde als ‘vermoedelijk het diepgaandste en mooiste materiaal dat ooit voor televisie werd gemaakt.’ Deze door en door experimentele werken, waarin Godards typerende strenge intellect en oneerbiedige humor zich doen gelden, ontginnen zowel voor video als voor televisie nieuw terrein.

“France/tour/détour/deux/enfants”, 1978, 10 min.Hoewel de massamedia in het hele oeuvre van Godard terugkeren, is hij zich pas na 1968 en zijn breuk met de traditionele filmproductie- en distributiewijzen op video als onderwerp en medium gaan richten. In 1972 trokken Godard en Miéville zich welbewust terug uit de commerciële filmindustrie door in Grenoble de alternatieve productie- en distributiemaatschappij Sonimage op te zetten. Vanuit Sonimage produceerde Godard een aantal cruciale films, waaronder “Numéro deux” (1975) en “Sauve qui peut (la vie)” (1980), gekenmerkt door formele en thematische vernieuwing, zoals het gebruik van video. In deze periode begonnen Godard en Miéville hun gezamenlijke werken voor de Europese televisie te produceren, waaronder twee belangrijke series, “Six fois deux/Sur et sous la communication” (1976) en “France/tour/détour/deux/enfants” (1978).