Melik Ohanian "Somewhere in Time"
09.09–05.11.2006
de Appel, Nieuwe Spiegelstraat 10, Amsterdam
de Appel, Nieuwe Spiegelstraat 10, Amsterdam
Melik Ohanian (Parijs, 1969) behoort tot een nieuwe groep van talentvolle jonge Franse kunstenaars. Hij studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Montpellier en Lyon en maakte zijn Parijse debuut in 2002 in Palais de Tokyo en Galerie Chantal Crousel. In 2004 nam hij onder meer deel aan de Berlin Biënnale en de Biënnales van Sydney en São Paolo. In 2005 nam hij deel aan de Biënnale van Moskou. Begin dit jaar had Ohanian een solo in IAC – Institut d’art contemporain, Villeurbanne. Hij publiceerde in 2003 de monografie Kristale Company en Slowmotion. Als aanvulling op Seven Minutes Before publiceerde hij samen met filosoof Jean-Christophe Royoux Cosmograms in 2005 uitgegeven door Lukas&Sternberg, New York. Naar aanleiding van Somewhere in Time zal een nieuwe monografie verschijnen die mede geproduceerd wordt door de Appel.
Al vroeg werd Ohanian met het beeld als medium geconfronteerd. Hij observeerde zijn vader bij het fotograferen en werkte later als freelance cameraman en editor mee aan talrijke filmproducties. De notie van het ‘onzichtbare’ beeld, het bestaan van meervoudige werkelijkheden, de werking van het menselijk geheugen en de verhouding tussen tijd en ruimte, tussen het individu en de gemeenschap zijn thema’s die Ohanian veelvuldig aankaart. Ohanian ziet de door hem geproduceerde werken in eerste instantie als ‘instrumenten’ annex containers die met verschillende ‘inhouden’ gevuld kunnen worden. Hij ontwikkelt strategieën en methodologieën voor onderzoek en presentatie. Ohanian documenteert niet maar abstraheert en gaat op zoek naar het algemeen menselijke dat op een poëtische manier wordt opgeroepen.
Het inhoudelijke spectrum dat hij bestrijkt, is breed en erg gevarieerd. De verhalen die hij vertelt relateren aan politiek-maatschappelijke fenomenen – de staking van de Liverpoolse havenarbeiders in het werk White Wall Travelling (1997) of de situatie van werkeloze Armeense arbeiders in The Hand (2002) – maar ook aan de geschiedenis van de film en de menselijke pogingen om de werking van het heelal en ons sterrenstelsel te doorgronden en op een begrijpelijke manier te representeren. Zo neutraliseert hij in de installatie The Half Mast White Flag (2005) een symbool van nationale trots tot een universeel ‘teken’ voor vrede en overgave en brengt hij in de installatie Welcome to Hanksville (2003) de woestijn van Utah als ‘aards’ Marslandschap in beeld.
In samenwerking met Imagine IC realiseert Ohanian een nieuwe versie van het werk Peripherical Communities, eerder al uitgevoerd in de buitenwijken van Parijs (2002), Seoul (2003) en Dakar (2005), een bewegend portret van jonge slammers in de Bijlmer die al hiphoppend hun persoonlijke mening geven op hun directe omgeving en de wijde wereld. De kunstenaar beschouwt het werk als een instrument om te registreren. De Amsterdamse bijdrage wordt in zijn geheel geproduceerd door de jongeren van de Bijlmer. Van 21 oktober tot en met 5 november 2006. Opening: zaterdag 21 oktober om 17.00 uur.
In DeïsKa is behalve The Gear (2004) het sleutelwerk Seven Minutes Before te zien – een 21 minuten durende film voor zeven naast elkaar geplaatste schermen. Tijdens de zomer van 2004 nam Ohanian zeven simultane scènes op in een kleine vallei in het Franse Vercors. De sequenties tonen een samenloop van verschillende gebeurtenissen, een besloten kosmos van landschappen, stemmen en mensen. Het werk is een onderzoek naar de verhouding tijd-ruimte in film en de manier waarop ‘multiple’ verhaallijnen het bestaan van een grote meta-vertelling suggereren. Van 9 tot 30 oktober.
Het Filmmuseum vertoont op 22 oktober Invisible Film (2005) en de film Punishment Park van Peter Watkins (1971) die als inspiratiebron diende voor Ohanians voorgenoemde experiment. Punishment Park speelt zich af in een detentiekamp in de Californische El Mirage woestijn en registreert op pseudo-documentaire wijze de lijdensweg van een groep jonge studenten die veroordeeld werden wegens hun verzet tegen de Vietnamoorlog. Watkins’ film werd bij zijn verschijning in 1971 meteen gecensureerd door de Amerikaanse overheid en is ruim vijfentwintig jaar niet te zien geweest in de V.S.
See also