tentoonstelling
1989
Raimund Kummer "Raimund Kummer"

Raimund Kummer "Raimund Kummer"

01–30.04.1989
de Appel, Prinseneiland 7, Amsterdam
In 1984 laat Raimund Kummer (1954) voor de catalogus van een tentoonstelling in Berlijn, 7 Positionen, zeven foto's van hemzelf door Florian Kleinefenn maken. De foto's zien er uit alsof ze gemaakt zijn voor een impresariaat van filmacteurs. De beeldend kunstenaar Kummer verschijnt in verschillende gedaanten gesimuleerd door middel van technieken in imagevorming. Toen hij werkelijk voor deze film gevraagd werd bleek de simulant een echte acteur en de acteur een produkt van zijn eigen simulatie. Florian Kleinefenn werkt de laatste jaren samen met Fritz Rahmann; het in 1985 door De Appel georganiseerde Camera Obscura was een van hun projecten. In een verduisterde coupé werden via het camera obscura-principe de beelden van buiten geprojecteerd. Met Rahmann en Hermann Pitz die in 1987 een installatie in De Appel maakte, richtte Kummer in 1980 een produktiebureau voor kunst op, Buro Berlin. Een overeenkomst in hun werk is de belangstelling voor fotografische en filmische technieken. Ook schaalverandering, opblazen en verkleinen van beelden, en theatraliteit in de presentatie, zijn gemeenschappelijke kenmerken. Zo zal Kummer een tweedimensionale foto plaatsen op zware steunen of sokkels waardoor het het gewicht van een sculptuur krijgt. Door het inlijsten achter 10 of 20 mm dik glas krijgt het beeld een reflectie en de onthulling van een uitvergroting wordt tot een illusie. Voor de Documenta 8 in 1987 ontwierp Kummer een buitensculptuur met grote stalen T-balken die als een oorlogstank in een camouflagepatroon beschilderd zijn. Daarop zou een model van een toneelkijker gelegd worden. Het ontwerp refereerde aan de wapenproduktie in Kassel en de gevolgen daarvan voor de stadskern in de Tweede Wereldoorlog. Door de (toneel)kijker zou deze oorlog met een groot toneelstuk geassocieerd worden. Het werk werd voor de Documenta geweigerd, maar de toneelkijker werd door Kummer in verschillende andere werken gebruikt. Eén exemplaar stond in het Brooklyn museum in New York gericht op een open galerij van de bovenste verdieping van een lichthof waarachter historische Amerikaanse interieurs, stijlkamers, gepresenteerd werden. In Melbourne legt hij een model van een toneelkijker op de trappen van een theater. Door een hek, vanuit het niet meer in gebruik zijnde theater, kan men naar het werk kijken. De verwachting voorafgaand aan een voorstelling wordt gecreëerd door het object en zijn plaatsing. De blik wordt niet naar het toneel maar naar de straat voor het theater gericht. Kummer zegt hierover: 'Die Dinge mussen nicht immer Sinn haben, um Bedeutung zu schaffen.’’ (‘Raimund Kummer’, Nieuwsbrief De Appel, 4 (1989) 2.)