Sophie Calle "Les aveugles. Les moutons, c'est beau"
10–25.10.1986
de Appel, Prinseneiland 7, Amsterdam
de Appel, Prinseneiland 7, Amsterdam
‘‘Ik heb mensen ontmoet die blind geboren zijn. Die nooit hebben kunnen zien. Ik heb hen gevraagd wat voor hen het beeld van de schoonheid is.’
Sinds een aantal jaren verdiept Sophie Calle (beeldend kunstenaar en schrijfster te Parijs) zich in het privé-leven van anderen. Door zich te verkleden als kamermeisje kwam ze op het spoor van gedragingen van hotelgasten, die zij beschreef en wier bezittingen zij minutieus fotografeerde. In Suite Vénitienne zette zij de achtervolging in: wandelaars werden op straat gevolgd en gefotografeerd. Jean Baudrillard schreef in 1983 over dit werk: 'Sophie Calle etait plus proche de l'autre que son ombre'. In 1985 deed Calle een onderzoek naar mensen die blind geboren zijn en nooit hebben kunnen zien. Zij vroeg hen wat voor hen het beeld van de schoonheid is. De uitspraken legde zij vast, evenals de gezichten van de blinden. Vervolgens maakte zij foto's die zo precies mogelijk weergeven wat haar was verteld: 'In Versailles houd ik van de opeenvolging van tuinen, bassins en waterpartijen. Dat is prachtig', 'De zee lijkt mij mooi, mooier dan de beschrijving die ze mij ervan gegeven hebben. Ik zou van blauw kunnen houden vanwege de zee', 'Ik heb een moeder die mij niet toestond om iets aan te raken. Ze zei: ‘Niet aanraken, dat maakt zo'n blinde indruk.’ Het eerste wat ik echt heb kunnen aanraken was een man. Zijn lichaam was opgebouwd uit stevige golvende vormen’. Ook in dit werk wordt de kunstenaar en daarmee de toeschouwer tot voyeur, maar nu van beelden die degene die ze zich voorstelt, zelf zo niet ziet. In 1987 zal Sophie Calle op uitnodiging van De Appel een project realiseren in Amsterdam. Deze presentatie was bedoeld als eerste introductie van haar werk in Nederland.'
(Saskia Bos, ‘Een kunstenaar als voyeur. Sophie Calle’, De Appel, 7 (1987) 1, p. 12.)