Jan van Oost "Jan van Oost"

‘Jan van Oost (Deinze, 1961) zal voor De Appel behalve in New York [waar De Appel van 11 december 1986 tot en met 25 januari 1987 de tentoonstelling Contained Attitudes organiseert in Artists Space] ook een werk maken op het Prinseneiland, waar dit vanaf 14 februari te zien zal zijn. Van Oost richt zich evenals Hermann Pitz sterk op de ruimte waar het werk komt te staan, maar zijn doel is noch de schaal ervan te wijzigen, noch begrippen als monumentaliteit in twijfel te trekken. Van Oost bouwt sculpturen die in eerste instantie een anoniem uiterlijk hebben, industrieel vervaardigd lijken, en doen denken aan bekende objecten als loketten, poorten of kleine torens. De afmetingen van deze bouwsels zijn op de menselijke maat geënt: de huizen of torens zouden een enkele persoon kunnen omsluiten, de loketten zouden ook biechtstoelen kunnen zijn, bedoeld voor privé-gesprekken tussen hoogstens twee mensen. Geïntrigeerd door het schijnbaar bekende, is de beschouwer geneigd het werk nader onder de loep te nemen, totdat hij het gevoel krijgt dat het werk hem onderzoekt: de glans van het oppervlak geeft het werk een objectief en onaantastbaar 'bestaansrecht' en werpt de toeschouwer middels de reflectie op zichzelf terug. De constructies van Van Oost hebben vaak een dreigend karakter, vooral als de ruimtes besloten zijn en lijken op gevangeniscellen of doodskisten. Het zijn ook dan juist weer de vertrouwde elementen (een 'hyafoon' - het ronde geperforeerde luikje in de ruit van een loket - of een stuk behang) die de dreiging versterken, alsof de objecten zorgen voor gevoelens van afgeslotenheid, leegte en dood die ons ook in een vertrouwde omgeving voortdurend kunnen overvallen.’ (‘Anonimiteit en dreiging bij Jan van Oost’, Nieuwsbrief De Appel, 1 (1986) 5.)