John Kormeling "Ontwerpmachine"
12.01.1983
de Appel, Brouwersgracht 196, Amsterdam
de Appel, Brouwersgracht 196, Amsterdam
‘Door middel van een ventilator worden kleine bolletjes tempex in de ruimte geblazen. Deze representeren willekeurige plaatsen, waaruit er twee gekozen worden, die samen een eenheid (maat en richting) vormen. De ruimte van De Appel is het uitgangspunt om een nieuwe ruimte te maken, waarin de verschillen tussen plaats, maat en richting geminimaliseerd zijn. Ik kies als kleinste eenheid de hoogte van de ruimte van De Appel; span een draad tussen vloer en plafond (richting 1). Daarna zet ik deze eenheid op de vloer uit (breedte), haaks op de eerste richting. Het eerste vlak wordt bepaald door het uitzetten van de derde richting met een nieuwe maat. De eenheid wordt uitgezet op de vierde richting die loodrecht staat op de eerste drie. Hiermee wordt de derde maat geïntroduceerd; uitgezet op de vloer vormt deze de diepte. Door middel van de gespannen draden is de nieuwe ruimte van De Appel bepaald. Deze draden zijn gefosforiseerd evenals de tempex bolletjes. Het licht gaat uit en de nieuwe ruimte wordt zichtbaar. Met metalen snaren gespannen over een houten plankje waarop de maatverhouding is uitgezet, maak ik de maten van de ruimte hoorbaar.’
(John Kormeling, ‘Ontwerpmachine’, De Appel, 3 (1983) 1, pp. 9, 10.)