Hans-Thies Lehmann "Rhizoom en machine – de pop-filosofie van Deleuze en Guattari (lezing)"
23.09.1981
de Appel, Brouwersgracht 196, Amsterdam
de Appel, Brouwersgracht 196, Amsterdam
'Rizoom en machine - de pop-filosofie van Deleuze en Guattari was de titel van een lezing die op 23 september bij Stichting De Appel werd gehouden door Hans-Thies Lehmann. Lehmann gaf een introductie op het denken van de filosoof Gilles Deleuze en de psychoanalyticus Félix Guattari, waarbij hij wees op het provocatieve van hun teksten, die nieuwe brandstof geven aan de discussie over psychoanalyse, politiek en kunst. Rizoom en machine zijn twee woorden die regelmatig in hun werk terugkomen. De termen zijn gericht tegen het geweld van het denken in systemen. Het rizoom, een wortel die zich niet hiërarchisch ontwikkelt, staat als gedachtensymbool tegenover de boom. Bij bomen is de ontwikkeling hiërarchisch: er is een oorsprong, waar het een zich in tweeën splitst. De boom staat symbool voor binaire logica. Het woord machine wordt door Deleuze en Guattari gebruikt om de buitenkant van relaties en verbanden uit te drukken en het duidt dus geen mechanisme aan. Een machine is in de eerste plaats een kwestie van co-functioneren. Het een gecombineerd met het ander maakt een machine. Bij politiek, pycholanalyse en kunst zijn niet de subjecten relevant, maar de stromen en de meervoudige verlangens waarvan de lichamen zijn doordrenkt. Die stromen gaan een verbinding aan met de stromen van andere lichamen en met ideeënelementen. Die stromen zijn automatisch weer verbonden aan een grotere machine: een sociale machine, een arbeidsmachine. Deleuze en Guattari gebruiken opzettelijk de term machine om het verband aan te geven met productie en productiviteit, die in de machine tegelijkertijd worden ontketend en losgekoppeld. Lehmann gaf niet alleen een overzicht van de terminologie van deze filosofie, maar hij besprak ook de relevantie van deze manier van denken voor de kunst. Kunst wordt gekarakteriseerd als een ontsnappingslijn. Het rizoom wordt onderverdeeld door lijnen (territorialiserende lijnen) en door ontsnappingslijnen (deterritorialiserende lijnen), waarlangs het rizoom voortdurend ontsnapt. De term ontsnapping is van belang omdat hij aangeeft dat de benadering die van de zwakke tegenover de sterke is. Maar tegelijkertijd is deze ontsnapping actief en moet dus onderscheiden worden van de passieve, individuele ontsnapping. Op het niveau van de kunst verwijst dit niet naar het klassieke kunstwerk dat een organisch geheel vormt, maar naar het soort kunst dat energiestromen verbindt en meervoudige entiteiten produceert. Als voorbeeld van dat laatste noemde Lehmann een werk van Gerhard von Graevenitz; nog een voorbeeld, gegeven door Deleuze en Guattari, is ‘Die Zwitschermaschine’ van Paul Klee (...) Ten slotte wees Lehmann erop dat rizoomdenken op een originele manier uitdrukking geeft aan de veranderingen die door de media opgeroepen worden in de dimensie van tijd.' (De Appel, 1 (1981) 3/4, p. 41.)
See also