tentoonstelling
1990
Gerhard Merz "Gerhard Merz"

Gerhard Merz "Gerhard Merz"

12.05–24.06.1990
de Appel, Prinseneiland 7, Amsterdam
‘Wij strijden niet over een hedendaags cultuurbegrip maar over onze manier van terugblikken op de moderne kunst en daarmee over de vraag of wij vandaag de positie van de moderne kunstenaar nog innemen: Dit schrijft Hans Belting in de catalogus van de tentoonstelling Bilderstreit (1989), na aangegeven te hebben hoe de begrippen 'moderniteit' en 'modern zijn' al enige malen in de kunst van de twintigste eeuw afgezworen en opnieuw uitgevonden zijn. Ook in dit artikel blijkt weer dat de discussie over de vrijheid van stijlen en het vrij hanteren van abstractie en figuratie tegenwoordig vaak gereduceerd wordt tot de categorieën modern en post-modern. De moderne kunst zou inmiddels een academisme zijn geworden, op een doodlopend spoor geraakt en opgevolgd zijn door een 'ondogmatisch' en 'vrij' post-modernisme. Voor Gerhard Merz spreekt het vanzelf de ideeën van de moderne kunst voort te zetten. Hij spreekt daarbij niet over nieuwe vindingen, maar over het voortbouwen op een bestaande traditie. Scherp neemt hij stelling tegenover de vrijheid van de kunstenaar: 'Kunstenaar zijn betekent niét kunnen doen wat je wilt. De kunst is een principe, de kunst moet je dienen'. Hij refereert aan schilders als Cézanne, schrijvers als Paul Valéry en Gottfried Benn, architecten als Mies van der Rohe en aan het voor hem historisch meest radicale moment: de werken en theorieën van Ad Reinhardt. Merz noemt het werk dat hij zelf maakt - zijn ingrepen in een gegeven ruimte - liever geen installaties maar 'archipittura', een begrip uit de jaren dertig in Italië, waarmee een integratie van schilderkunst en architectuur wordt aangeduid die een strenge ordening kent. Monochrome kleurvlakken, strak geschilderde tekstblokken of een gemetselde muur zijn beeldmiddelen waarmee Merz een ruimte articuleert of 'verfijnt'. In De Appel koos hij voor een beeldtaal die geïntroduceerd werd door de kunstenaars van De Stijl: vlakken in primaire kleuren. Dat men Gerhard Merz vanwege het voortbouwen op bestaande vocabulaires als onorigineel zou kunnen bestempelen, deert hem niet. 'Het is een denkfout om kunst en oorspronkelijkheid met elkaar in verband te brengen, het gaat erom een situatie te creëren waar de rede maatgevend is en de vraag wordt gesteld: hoe kan iets ideaal zijn?’ (Uitnodigingstekst door Saskia Bos)
See also